Zoals je wellicht weet geef ik lessen journalistiek aan de Schrijversvakschool Groningen. Het is een particuliere school die wordt geleid door Pauline Durlacher, misschien wel de meest ontwapenende vrouw van Groningen. En ook niet de eerste de beste.

De school is een soort kindje van Pauline. Een kindje dat jarenlang vooral met fictie is groot geworden. De laatste jaren staat er ook non-fictie op het menu. Vroeger stonden die twee werelden ver van elkaar, maar dat ze veel raakvlakken hebben, moge duidelijk zijn. Dat is zelfs de reden waarom je bij de Schrijversvakschool tegenwoordig ook non-fictie kunt studeren. Dat sommige studenten lessen volgen ‘bij die anderen’ of zelfs switchen van fictie naar non-fictie (en omgekeerd) is mooi.

En Pauline blijft zoeken naar verbetering. Ze was zo enthousiast over het Handboek verhalende journalistiek van Henk Blanken en Wim de Jong dat zij het op de verplichte leeslijst heeft gezet.

Let op, vanaf hier krijgt dit verhaaltje een andere wending.

Het boek verscheen in 2014 en Blanken liet mij destijds weten dat hij mijn verhaal over Nanne Tepper ook zou vermelden.

Om een of andere reden schafte ik het boek toch niet aan. Waarschijnlijk omdat ik al jaren een haat-liefdeverhouding heb met de journalistiek (lees: omdat het met mijn werkwijze onmogelijk is om er nog van rond te komen).

Het vak zelf vind ik nog steeds het mooiste dat er is en mijn liefde voor de journalistiek (een nimmer dovend waakvlammetje) flakkerde meteen weer op zodra ik begon te lezen in dit handboek.

Het werd wel een beetje apart toen ik de bladzijden 18 en 19 opensloeg:

Daar sta je dan in een lijstje met o.a. Gay Talese, Geert Mak, Michael Lewis, Jon Franklin en Frank Westerman.

Ontzettend eervol, maar ook wel een beetje vreemd.