Ik ontdekte vandaag dat de kostelijke mini-documentaire "Open The Gate" nu ook online staat. Over het gelijknamige lied van de Groningse metalformatie Vortex. De clip werd opgenomen in en rond Bourtange. Dus gingen mijn gedachten automatisch terug naar het verhaal dat ik daar maakte met Matthijs Termeer. We maakten voor een landelijke krant een zevendelige fietsreportage door Groningen. Op dag drie reden we van Stadskanaal naar Bourtange.

De hete lucht deint boven het verlaten en droge oost-Groningse land als de twee bruinverbrande vagebonden in slowmotion de gebastionneerde vijfhoek Bourtange naderen. Het dorpje op de grens van Duitsland dat eeuwenlang de reputatie genoot van onneembare vesting.
We passeren de buitengracht, rijden stapvoets over de kasseien en als je goed luistert, kun je de jammerende mondharmonica van Ennio Morricone horen. Op de brug grijpen moeders naar hun loslopende kinderen om de twee ongeschoren mannen op hun stalen ros een vrije gang door De Vriesse Poort te verlenen.

De zon is op zijn heetst als we in het hart van de vesting geraken: het Marktplein. Omzoomd met zestien Lindenbomen die voor schaduw zorgen, maar ook dekking bieden aan boosaardige Bourtangers. Maar waar we ook kijken, we zien louter ongevaarlijke toeristen. Keuvelend op een van de terrassen of hobbelend over de kasseien op hun elektrische fietsen.
Bourtange, een museumdorp met vijftig inwoners die bezoekers tegenwoordig met open armen ontvangen. Ruim 200.000 zijn het er jaarlijks.
Alleen Batterijenstraat 3 houdt dapper stand. Het erf is gebarricadeerd met diep verankerde massieve houten palen, waartussen dik staaldraad. Verspreid in de tuin staan waarschuwingsborden. ‘Geen zitplaatsen op de muur. Spaar mijn planten! Dit is privé-terrein (eigendom)’. Op het muurtje aan de voorzijde is een cementlaag gestort in driehoeksvorm. Uit de bovenrand steken scherpe steentjes. Om de voordeur te bereiken moet je twee hindernissen slechten. Voor de zijdeur slechts een waarschuwingsbord en roodwit lint.

Twee argwanende ogen

We bellen aan. Twee argwanende ogen spieden door de ruitjes en dan doet een hoogbejaarde vrouw open. Mevrouw Bazuin, bewoonster sinds 23 jaar.
“Er is de laatste jaren veel veranderd; de mensen zijn brándnieuwsgierig. Ze gooien afval in mijn tuin. Ik had daar een hekje, dat is afgebroken. En wie het gedaan heeft weet ik niet.”
U bent te oud om het zelf te herstellen?
“Dat is ook zo. Maar buitendien: al wás ik jong, om andermans boel te laten afbreken en zomaar weg te gaan…”
Volgens een anonieme achterbuurvrouw –die hier is geboren en wél naar tevredenheid woont- is mevrouw Bazuin al 93 jaar. “En niks is goed voor haar. Ze komt hier ook niet vandaan hè.”

Mevrouw Bazuin in de deurpost van haar strengbewaakte bastion. Foto: Matthijs Termeer

Maar achterbuurvrouw woont niet op de drukste plek van de vesting, aan de monding van de hoofdroute op fluisterafstand van twee drukbezochte terrassen.
En dit is nog maar de prelude.
“De mensen uit het westen moeten nog komen,” verzucht mevrouw Bazuin.
En die zijn heel brutaal?
Een zucht: “Ja….Ik heb heel vaak gevraagd: denken jullie dat Bourtange vogelvrij is, dat alles mag? Ze hebben de dijken al helemaal kapot getrappeld. Die kinderen laten zich naar beneden glijden en de ouders vinden het goed. Hollen en bollen en net doen wat ze graag willen. En dat hoort niet!”
Zit u wel eens buiten in de tuin?
Weer een zucht. “Nee…nee.”
U bent geen buitenmens?
“Ik ben wél een buitenmens; een mens voor de natuur.”
Is het nog fijn wonen in Bourtange?
“Ik geniet ’s ochtends voor tienen en ’s avonds na zessen.”
Mevrouw Bazuin wil nog op de foto, maar na twee keer klikken, zegt ze: “Zo, en nu is het wel mooi geweest.”

'En nu ophoepelen!

We vertrekken, nauwlettend gevolgd door twee scherpe ogen.
En dan begaat de nieuwsgierige Westerling een grote fout: hij gaat terug om nog iets te vragen. Maar daar staat mevrouw Bazuin al, vervaarlijk in de deurpost: “Zo is het wel genoeg geweest hè!? En nu ook maar ophoepelen! Dit is precies de brutaliteit die ik bedoel.”
De Westerlingen blazen beduusd de aftocht.
Maar juist als we op onze rossen springen voor het vertrek, blijkt een achterband op mysterieuze wijze lek te zijn geraakt. Een lek dat bovendien lange tijd onvindbaar is.
De zon gaat onder en om 20.30 uur komt mevrouw Bazuin naar buiten om haar bastion te inspecteren. Ze werpt een korte blik op de indringers.
De drukkende hitte heeft plaatsgemaakt voor een verkwikkende avondkoelte, de wegen zijn verlaten en we moeten nog 35 kilometer noordwaarts, naar onze eigen onneembare vesting aan de Dollard.

Daar gaan ze weer. Op naar de Dollard. Foto: Matthijs Termeer

Als dit verhaal naar meer smaakt dan mag je me dat laten weten. Dan zet ik de andere afleveringen ook online.

Destijds hadden Matthijs en ik het plan om heel Nederland (en wellicht België) via de fiets te ontdekken en beschrijven. Friesland was onze volgende provincie. Maar de redacteur die ons de plek in de krant gaf, ging met pensioen. Zijn opvolger had geen interesse. Andere kranten  of uitgevers ook niet.

Kort geleden stelde Matthijs voor om ons project weer op te pakken. Ik werd enthousiast. En we zijn vastbesloten om dat ook te doen als deze corona-ellende achter de rug is.

We zijn benieuwd of er genoeg lezers geïnteresseerd zijn in onze verhalen. Dat kun je laten weten via een mailtje. Maar ook met een donatie, want hoewel wij van heel weinig kunnen rondkomen (en bijvoorbeeld geen kampeerkosten hebben) kunnen we niet van de zon en wind alleen leven.


Waardeer dit verhaal

Vind je bovenstaande tekst en foto's de moeite waard? Je kunt jouw waardering laten blijken met een kleine bijdrage. Daar worden Matthijs en ik blij van.





Donatie € -