Op het Winsummerfest klonteren locals en alternatievelingen samen
Eigenlijk kan het niet: een gratis festival met schurende muziek en zonder subsidie, in Winsum – volgens de ANWB Kampioen het allermooiste dorp van Nederland. Tien obscure bands en enkele honderden alternatievelingen op een zaterdagavond tussen het vaste publiek, als dat maar goed gaat.
Daar doemen ze al op: pensionado-auto’s met toerfietsen, geparkeerd in de dorpskern bij Molen De Ster, een achtkantige bovenkruier uit 1851. Een vertrouwd beeld voor het dorp dat in 2020 in de ANWB Kampioen werd verkozen tot mooiste dorp van Nederland.
Maar op deze eerste zaterdagavond in juli braakt vijfhonderd meter verderop op het station de dieseltrein Groningen-Roodeschool tientallen alternatieve-muziek-liefhebbers uit de stad uit. Waarvan circa negentig procent zelf in minstens één bandje speelt. Zoals Eva Waterbolk: “Ik had al meteen zo’n fijn festivalgevoel, in de trein met allemaal gelijkgestemden.”
Daar loopt de kleurrijke horde, inclusief wat hanenkammen door de straat. Enkele omwonenden met de neuzen tegen het raam.
Het Winsummerfest is even iets anders dan de Nacht van Winsum (26-8) met in Partycentrum De Hoogte de Robbie Williams-look-a-like Henri Toonders uit Tilburg of de Baistemarkt (15-17 oktober) met een Qmusic-party (met foute uur en Dave Roelvink) en Demonstratie Dorsmachine.
Al was er in 2019 bij wijze van pilot al een eerste mini-editie van het Winsummerfest. Met voornamelijk Groningse bands op twee locaties: jeugdsoos De Pluu en café Toby’s.
Deze keer is praktisch de hele horeca van Winsum bij het festival betrokken. Binnen een straal van honderd meter zijn op vier locaties tien optredens gepland.
De café-eigenaars deden graag mee.
Net voordat organisator/muzikant Zuidhof met zijn gitaar het podium opstapt wordt hij gebeld
Het spits wordt afgebeten in De Pluu door Speed Frisbee uit Winsum. Dat is (vooral ook) handig, want daarin speelt ook de eenkoppige festivalorganisatie Jan Anco Zuidhof (43). Herstel, dat is niet zo handig want een minuut voordat hij met z’n gitaar het podium opstapt is hij nog in een telefoongesprek met de band Kalaallit Nunaat, die al is vertrokken uit Rotterdam maar blijkbaar niet wist dat de bandleden zelf hun slaapspullen moeten meenemen naar Winsum. Snel belt Zuidhof met de camping, regelt de spullen, doet zijn telefoon uit en stapt dan in de spotlights.
Het kost Zuidhof (zanger-gitarist), vertelt hij later, even tijd om op het podium de knop om te zetten, maar hij kan wel genieten van het eerste publieke optreden met zijn ‘rammelende gruizige jaren ’90-punkband’. Voor veel vrienden en familie, op de plek waar hij als tiener uit Middelstum veel mooie optredens zag. Van punkbands die hem stimuleerden om zelf ook een band te beginnen.
Das war einmal. De glorietijd van de jeugdsozen en jongerencentra ligt al ver achter ons. De Pluu gaat zelfs binnenkort sluiten.
Na een half uur stapt Zuidhof onder luid gejoel het podium af en verruilt de gitaar weer voor zijn rugzak. Die zal gedurende het hele festival aan zijn rug gekleefd blijven. “Daar zit mijn hele administratie in: envelopjes voor de bands, festivalbandjes, muntjes. Het zou een ramp zijn als ik die kwijtraak.”
Het is eigenlijk gekkenwerk, zo’n gratis festival in je eentje organiseren. En dan ook nog zonder financiële hulp van de gemeente en Stichting Promotie Winsum. Maar ja, dit is ook wel een vrij buitenissig festival. “Het past niet zo in hun plaatje.”
En Zuidhof is natuurlijk ook een eigenwijze kerel die geen bemoeienis wil of een bedrijf zoals Albert Heijn als sponsor. Gelukkig wordt het Winsummerfest wel al gesteund door ruim tien kleine zelfstandige ondernemers. “Die zelf ook anders durven denken.” Al zou de onbezoldigde directeur het wel fijn vinden om in de toekomst wat extra steun te krijgen, want er wordt heel wat omgezet dankzij de honderden festivalbezoekers.
Waarom dit festival dan per se in Winsum houden? “Ik woon hier en ik wil gewoon wat reuring.”
En misschien wordt vanavond een plaatselijke tiener dermate begeesterd dat hij/zij ook een bandje opricht.
De eerste editie draaide € 100,- verlies. ‘Al was het elke euro waard’
Zuidhof is in het dagelijks leven docent voor nieuwkomers aan de ISK. Hij hoeft geen euro aan zijn festival te verdienen, maar verlies draaien zoals bij de eerste editie is ook niet de bedoeling. “Het kostte me € 100,- Al was het elke euro waard.”
En dan was er nog die extra kostenpost. “Ik was vergeten Wholly Michael uit te betalen. ‘Zal ik dat alsnog doen of zullen we een cassette uitbrengen?’ Hij koos voor dat laatste. Dat pakte financieel eigenlijk slechter uit, haha.”
Dat het toch (uit) kan is omdat Zuidhof een groot netwerk heeft en vanavond veel ‘vriendjes van VERA’ (het befaamde poppodium in Groningen) heeft gecharterd voor de techniek en allerlei hand- en spandiensten. Zo worden de mengtafels bij alle vier de podia bestierd door de vertrouwde en kundige geluidsmensen van VERA, voor de gage van een maaltijd en onbeperkt drinken.
Het programmaboekje is vormgegeven en volgeschreven door vrienden en vriendinnen.
Die broederschap en saamhorigheid is ook bijna tastbaar op deze avond en zorgt voor een zeldzaam ontspannen sfeer. “Maar het zou wel leuk zijn om bijvoorbeeld de geluidsmensen een keer te betalen.”
Met het contracteren van tien bands (die weliswaar niet de volle mep krijgen en waarvan ongeveer de helft uit Groningen komt) is het toch ook wel een beetje spannend wat de opbrengst straks is.
Om extra inkomsten te genereren zijn op de vier locaties donatiebussen neergezet en bordjes met qr-codes zodat je zowel analoog als digitaal een steentje kan bijdragen. “Dat is in je eigen belang,” zegt Zuidhof, “want dan kan ik volgend jaar weer een goed programma maken.”
En voor de liefhebbers van ongepolijste muziek is er genoeg te genieten: Of zoals het Winsummerfest de bands zelf kort en krachtig aanprijst: ‘Glitch: 13 minuten in your face. Kalaalit Nunaat: het betere beuk- en sloopwerk. Charlie & the Lesbians: participatie punkers. The Avonden: pure poëzie op muziek. Traumahelikopter: 3akkoordenpunkknallervanformaat.’ Om er maar enkele te noemen.
Er is zelfs een vierkoppige band uit Warschau, Rosa Vertov (‘verstilde melancholie uit Polen’).
In het compacte programmaboekje worden ze nog veelbelovender aangekondigd. Over de Drentse powerpunkrockers van Skroetbalg (Drents voor opschepper): ‘Nummers als Hol Oen Bek, Oen Moe en ’T Is Wat Het Is hebben verder geen uitleg nodig. (…) Het zou mij echt tegenvallen als heel Winsum na afloop niet aan het Stompen in de Kroeg is.’
Niet echt muziek voor de gemiddelde Winsumer of inwoner van het Hogeland.
“Haha, nee,” zegt Zuidhof, “maar er is vanavond genoeg import die het wel leuk vindt. En ik wil de mensen hier ook een beetje muzikaal heropvoeden. Dat deed ik vroeger ook toen ik bandjes boekte in De Pluu.”
Hij bestelt een blikje winSUMMERfest-bier, dat door Het Zotte Kalf speciaal voor het festival is gebrouwen. “Dat bier loopt als een tiet,” zegt kroeghoudster Natasja Vesper van The Jolly Cat.
Erik Hamminga, een zestiger uit Eenrum (een dorp zes kilometer verderop) kent geen van de bands, maar voedt zich graag met nieuwe muziek. Hij is hier met z’n vrouw en wat vrienden. Al zijn die nergens te bekennen. “Die zitten op het terras. Ze houden hier niet zo van.”
Gestoken in sokken en sandalen loopt Hamminga op deze warme avond van band naar band. Hij is een veelvraat. “Vorig weekeinde was ik in Grolloo bij een bluesfestival en komende week ga ik naar Rammstein.”
Hamminga vindt het jammer dat hier in de regio nog zo weinig live muziek is van bands die eigen muziek maken. “Ik heb vroeger veel mooie optredens gezien. Ik ging graag op donderdagavond, dan waren er altijd veel verpleegsters.”
Op straat voor Herberg de Gouden Karper passeert de man met De Rugzak. “Heb jij dit georganiseerd?” roept hij naar organisator Zuidhof. “Dank je wel. Super!”
Ook voor veel muzikanten is Winsum een nieuwe ervaring. De Amsterdamse zanger/gitarist Cees van Apeldoorn van gitaarband Howrah wist niet dat hij in het mooiste dorp van Nederland is beland. En ook nog ‘ns op een fraaie locatie: Eetcafé J&A aan het water.
Hij gaat maar ‘ns die kant op, want het is al aardig vol in het zaaltje.
Het wordt er ook snel warmer, maar Van Apeldoorn heeft misschien wel de koelste plek, pal onder de ventilator. De ingenieuze en meeslepende gitaarliedjes gaan er goed in bij de Groningers. Zo goed dat het publiek zich verdringt bij de deur die achter de band is geopend voor wat extra frisse lucht.
Muzikanten en publiek staan op het Winsummerfest gelijkvloers. Na afloop praten ze ook gezamenlijk na. Even de spullen inladen in het busje, met wat hulp van omstanders. En dan zelf genieten van de andere bands.
De brute postpunkrock van Glitch in De Pluu, aan de overkant van de straat, is heel andere koek. Het gedreun van de galopperende drums en de galmende schreeuwzang lokken steeds meer nieuwsgierigen naar binnen. Ze moeten allen door een smal gangetje. Met een beetje persen lukt het wel.
Glitch overdondert, in een razend tempo. De band lijkt geen seconde te willen vermorsen in de luttele tijd die ze krijgt toebedeeld, zowel vanavond als in dit leven. Alsof de band iets voorvoelt. De temperatuur stijgt snel. Het zweet komt niet alleen uit de poriën van de bandleden, maar ook van steeds wilder pogoënde bezoekers. Zodra het publiek echter synchroon begint mee te springen gebeurt het. Juist op dat moment staat fotograaf Marc de Krosse in de backstageruimte onder de zaal en ziet het plafond enkele centimeters naar beneden komen. Hij noemt het later een van de benauwendste momenten uit zijn leven.
Als aardbevingservaringsdeskundigen weten ze in Winsum wat te doen: meteen wordt De Pluu ontruimd
Ook daarboven is de verzakking duidelijk gevoeld. Als aardbevingservaringsdeskundigen weten ze in Winsum wat te doen en meteen stuurt Zuidhof de bezoekers naar buiten. Niemand gewond, even de schouders ophalen en door.
Flexibel als de eenkoppige organisatie is, beslist Zuidhof dat de afsluitende band Traumahelikopter straks niet hier in De Pluu speelt, maar in The Jolly Cat. “Ik had eigenlijk gehoopt dat niet nu al de vloer zou worden gesloopt, maar aan het eind het systeemplafond,” refereert hij aan het legendarische Noorderslag-optreden in 2013 van Traumahelikopter waarbij een systeemplafond in de Oosterpoort sneuvelde.
In de oude bovenzaal van herberg De Gouden Karper speelt Elias Elgersma onder zijn pseudoniem Huub Prins als waardige vervanger van The Avonden, die op het laatste moment moest afzeggen. Elgersma is de indie-prins van Nederland die tot ver over de grens fans heeft door zijn muziek met Yuko Yuko en The Homesick. Die laatste band heeft zelfs een platencontract bij het legendarische label Sub Pop (van o.a. Nirvana). Maar hier laat hij een heel andere kant van zichzelf zien: van een ogenschijnlijke smartlapzanger met maximale galm en voorgeproduceerde synthesizer-samples.
Als je je ogen sluit is het alsof je de cabaretier Stefano Keizers hoort en als je heel goed luistert – en dat is live best lastig door die enorme echo – hoor je hem zingen over de was, seks met God, kotsen op de tenen van een mooie vrouw, tandvlees dat steeds zachter wordt en buiten je lichaam treden.
Bij de bar bestelt een jongeman met hanenkam een biertje. En Erik Hamminga uit Eenrum steekt zijn duim omhoog.
Huub Prins draagt een spijkerbroek en zwart halterhemd en is zeer bewegelijk, neemt veel poses aan, zingt vanuit zijn tenen, kijkt gekweld en nadert de toeschouwers -die ook hier gelijkvloers staan- soms tot op enkele centimeters. Die staan in een halve cirkel om hem heen, waarbij veel jonge vrouwen op de eerste rij staan. Ze dansen steeds energieker mee. Een al flink aangeschoten jonge vrouw uit Warffum die per abuis op het Winsummerfest is beland vindt de muziek wel heel apart, maar vermaakt zich uitstekend.
Als Prins na het laatste liedje nog een uitermate dansbare song opzet, maakt hij zich snel uit de voeten en is het ‘podium’ voor de toeschouwers. Die beginnen – alsof het zo was afgesproken – uitbundig te dansen. En de vloer deint flink mee.
Het is maar goed dat Skroetbalg op zeer stevige grond in Eetcafé J&A speelt, want als bij één band een wilde meute wordt verwacht dan is het bij dit Drentse live-monster, dat volgens de aankondiger liedjes op je afvuurt waar de Ramones en Motorhead hun vingers bij af zouden likken. Geen muziek voor tere zieltjes, blijkt al heel snel. Een vrouw op leeftijd haast zich met open mond het café uit en voegt zich bij een gezelschap grijsaards. “Ik heb twee seconden geluisterd, maar het is níet te doen.”
Ook Harmenjan Veldhuis, de buitenbarman van dienst, is blij dat hij op deze plek werkt en niet binnen. “Die vorige band (Howrah, IW) was meer mijn muziek,” zegt Veldhuis, die de broer is van de eigenaresse en vanavond even bijspringt. “Het is lekker druk, een mooie sfeer en een dorstig publiek.”
‘Het ruikt naar rotte appels,’ zegt de geluidsman die naar buiten is gevlucht
Binnen is het onverminderd afgeladen. Dat is ook te zien aan de ramen die gaandeweg volledig zijn beslagen door de zwetende en ademende lijven van band en publiek. Zelfs geluidsman Jochem Schouten is naar buiten gevlucht, de frisse buitenlucht in. “Er is daar een humiditeit van 120 %, het is veertig graden Celsius en het ruikt naar rotte appels.” Bovendien was het geluid goed, vond de band. Als het goed is het goed. Niks meer aan doen. Het zouden liedtitels van Skroetbalg kunnen zijn.
Er is gaandeweg steeds meer drank in de man (en vrouw), maar de ambiance blijft gemoedelijk. Dat is wel ‘ns anders. “Ik vind het geweldig. Het zijn zulke sympathieke mensen,” zegt Natasja Vespers van The Jolly Cat, “er valt geen onvertogen woord.”
Terwijl achterin de kroeg de vervaarlijk ogende kaalgeschoren zanger van Charly & The Lesbians uit Eindhoven zich steeds weer in het publiek stort, dat op zijn beurt ook steeds wilder wordt. “Sommige vaste gasten trekken wel een wenkbrauw op bij sommige muziek,” zegt Vespers, “maar volgens mij mixt het prima met de alternatieve festivalgangers.”
Dat is een understatement van Groningse orde, blijkt als even later de band, Groningse alto’s en Winsummer locals in de moshpit samenklontert tot één pulserend gelukzalig organisme.
Glimlachend haalt Vespers glazen op.
De rudimentaire punkrock van Traumahelikopter is de perfecte afsluiter. Het drietal is sinds 2012 in het opzwepende middelpunt van kolkende popzaaltjes en undergroundholen in binnen- en buitenland. Maar de jongemannen hebben al enkele jaren niet opgetreden, en dat is te merken: ze spelen met de gretigheid van debutanten.
Maar dat maakt het publiek ook alleen maar wilder en opdringeriger. Traumahelikopter is een groot fan van publieksparticipatie, maar je moet toch af en toe een pedaal intrappen en het zingt wat lastig door een microfoon als de strandaard telkens wordt omgeduwd. Gelukkig staan alle leden van Charly & The Lesbians hand in hand als een glimlachend cordon rond de band om de muzikanten en hun apparatuur te beschermen tegen de vrolijke wilde meute.
Al kunnen beide gitaristen het niet laten om zelf zo nu en dan door het cordon te breken en op te gaan in het publiek.
En zo is Winsum niet alleen het allermooiste dorp van Nederland, maar heeft het volgens Amsterdammer Niek Stetter ook nog het allerleukste festival.
Enige nadeel is dat alle aanwezigen het ook na afloop zo naar hun zin hebben en de laatste trein naar Groningen nog zo laat gaat dat ze niet weg zijn te slaan van het terras van The Jolly Cat. Ook niet als de eigenaresse dat al twee keer heeft gevraagd en tenslotte het licht uit doet. Toch mogen ze volgend jaar allemaal weer terugkomen. “Graag!”
Naschrift: deze keer heeft het festival geen verlies gedraaid, laat Zuidhof weten. Al was hij weer vergeten een band te betalen. Deze keer Schau Schau. “Als goedmaker gaan we een cassette uitbrengen, in samenwerking met het kwaliteitslabel Subroutine.”
En volgend jaar is er zeker weer een Winsummerfest. Zuidhof heeft zelfs al de toezegging gekregen van een band van internationale naam en faam.
Heb je dit verhaal met plezier gelezen?
Je kunt je waardering laten blijken via onderstaande donatieknop.