Op verzoek van de weduwe schreef ik een In Memoriam over Theo Bloothoofd (90), een kleurrijke Breezander die ik zelf ook heb gekend. Om een goed en afgewogen beeld te kunnen schetsen van zijn leven sprak ik met zowel vrienden,  familie als collega’s. Men was zeer verguld met het uiteindelijke resultaat. De redactie van het Noord-Hollands Dagblad vond het IM zo treffend dat het een ingekorte versie in de krant publiceerde.

Hieronder kun je de integrale versie lezen:

IM Theo Bloothoofd (1930-2021)

Al op jonge leeftijd maakte Theo Bloothoofd duidelijk waar bij hem de prioriteiten lagen. Toen zijn ouders hun 25-jarig huwelijksfeest aankondigden, meldde middelste zoon Theo doodleuk dat hij een wedstrijd met ZAP-1 had en dus later zou komen. Dat was zeer ongebruikelijk in die tijd, (de jaren vijftig) en er werd nog lang schande van gesproken.

Maar dat deerde Theo niet.

De teleurstelling was ook wel begrijpelijk, een feest zonder Theo Bloothoofd was toch een stuk saaier.

Graag geziene en opvallende verschijning

Hij was een graag geziene figuur. En zijn achternaam ten spijt was Bloothoofd met zijn bijzondere kuif een opvallende verschijning. Immer energiek en zéér aanwezig. “Als Theo binnenkwam dan was het meteen gezellig,” zegt Jan Wijnker, zijn compagnon bij Wijnker Mechanisatie BV.

“Hij was een hele goeie om erbij te hebben,” zegt Cor Wijnker die met Bloothoofd en Henk Scholten decennialang elke donderdagavond en zondag de stamtafel bij ZAP bemanden. En er nog wat andere taken bij deden. Bloothoofd was onder andere buschauffeur, elftalbegeleider, bestuurslid “en altijd de laatste die wegging,” zegt Scholten.

Twee keer een zilveren huwelijk gevierd

Bloothoofd behoort overigens tot de selecte groep mensen die twee keer een zilveren huwelijksfeest heeft gevierd. Eerst met Alie Timmer, met wie hij zes kinderen kreeg. Daarna bereikte hij die mijlpaal met Laura van den Berg.

Wat niet betekende dat hij een gekooide huismus was.

“Mijn vader was helemaal geen huisman,” zegt zijn oudste zoon Dirk Bloothoofd. “Theo had twee dingen: zijn werk en ZAP. Dat gaat natuurlijk ten koste van iets. Ik heb ook nooit een diep gesprek met mijn vader gehad. Maar ik had daar geen moeite mee, omdat ik uit hetzelfde hout ben gesneden.”

Na 70 jaar werd hij er nog kwaad over

Geboren op 14 oktober 1930 ging Theo al in de oorlog aan het werk bij Garage Boerman. Op een dag was er hoog bezoek van de burgemeester en pastoor Verhoeff. “Wel goed werk afleveren, hè Bloothoofdje,” zei de pastoor, “dan krijg je van mij een sigaar.”

Uiteraard leverde hij goed werk, maar naar die sigaar kon Bloothoofd fluiten. Zeventig jaar later konden ze hem er aan de ZAP-stamtafel nog kwaad mee krijgen. “Ik moet ‘m verdomme nóg krijgen!” foeterde hij.

Als je iets belooft dan kom je dat na. En daarin ging hij volgens zoon Dirk heel ver. “Alles ging voor service. Zelfs zondagochtend draafde hij op als een klant belde dat-ie een lekke band had. ‘Pa, is dat nou nodig?’ zeiden we dan. Maar dan ging-ie toch.”

Speler van legendarisch ZAP-1

Met die instelling schopte hij het uiteindelijk tot directeur van Hollands Noordkop en speelde hij jarenlang in ZAP-1. In de vroege jaren vijftig was Theo back in een legendarisch ZAP-1 met o.a. Kees Kuijs, Jan van Oosten en Loet Timmer.

“Theo moest het hebben van zijn inzet,” zegt Cor Wijnker. “Hij was een taai ventje en onwijs fanatiek.”

Competitief én sociaal

Het leven was een competitie, zelfs de terugreis na een uitwedstrijd. “Reed hij altijd met voorzitter Piet Tummers om het hardste naar huis,” zegt zoon Dirk. “Mijn vader wilde altijd winnen, ook van zijn kinderen. Dan kaartten we om dubbeltjes en dan spaarde hij de jonkies ècht niet. ‘Jij bent de bok, inleveren dat geld!’ Je moest leren incasseren, daar was hij keihard in. Maar aan het einde van de avond gaf hij toch alle dubbeltjes: ‘Hier, doe maar in je spaarpot’.”

Met die zachte kant liep Bloothoofd niet zo te koop. “Maar hij was wel heel sociaal,” zegt Cor Wijnker. “Theo vond het erg als goedwillende ouders de voetbalcontributie niet konden betalen. ‘Zo’n groot gezin, geef ze wat korting,’ zei hij dan tegen Piet Tummers. En meestal kreeg hij dat ook wel voor elkaar.”

Dat hij na zijn pensionering nog de energie had een eigen bedrijf te starten, typeert Bloothoofd. “Hij voelde zich nog jong, dat heb je met dat soort mensen,” zegt Jan Wijnker, die onder hem had gewerkt.

‘Op z’n 80ste nog alle dagen actief’

“Ik was wel vereerd dat hij me vroeg, maar dacht ook: met Theo durf ik het wel aan. Ik deed de werkplaats, hij de handel. En echt niet rustig aan hoor. Theo was al in de tachtig toen hij hier nog alle dagen actief was.”

Ook op zondagmiddag. “Of Theo even kon langskomen. ‘Ga maar naar ZAP.’ Haalden ze hem daar op en ging hij daarna weer snel terug naar z’n club.”

Het is een wrang toeval dat Wijnker Mechanisatie juist deze week (1 februari) precies 25 jaar bestaat. Maar de geest van Theo Bloothoofd waait nog wel door het bedrijf.

Op z’n Theo Bloothoofds

“Dat geef ik nu ook door aan mijn personeel: altijd klaarstaan voor je klanten. Ik heb ook veel geleerd van zijn handelsgeest en handelsdrift. Hij had daar wel een neusje voor. Vooral als de klant twijfelde dan drukte hij het er vaak met succes doorheen. ‘Zo, dat was weer op z’n Theo Bloothoofds’ zeiden wij dan.

Op z’n Theo Bloothoofds was vooral: rechtdoorzee. “Op de werkvloer draaide hij er ook nooit omheen. Af en toe botste dat natuurlijk,” zegt Wijnker. “Ik wil dat nog wel ‘ns een beetje inkleden, maar Theo zei het zonder omwonden. Maar daarna was het ook weer gedaan en gingen we weer verder.”

Elke zondagochtend moest het hek open

Ook als ZAP-supporter liet hij zijn emoties de vrije loop. Dat werd niet minder in de loop der jaren: nog steeds even fel als ZAP weer ‘ns door het midden uitverdedigde (een doodzonde) en nog even blij met een overwinning.

Tot z’n negentigste bleef Bloothoofd zijn club bezoeken en ging hij met Laura naar elke uitwedstrijd. “De laatste jaren kwam Theo in zijn booster en moest ik voor hem elke zondagochtend het hek openen,” zegt Henk Scholten, die praktisch tegelijk met Bloothoofd jarig was. “Hij op 14 oktober, ik op 12. En dan vierden we het de 13e. Vorig jaar werden we samen 160.”

‘Hij had enorm veel pijn, maar liet niets merken’

Zoon Dirk: “Hij leek onverwoestbaar, ja. Hij gaf nooit op, je moest hem als back ook drie keer voorbij. Hij had de ziekte van Kahler. Nou, dat is het naarste wat je kunt hebben qua pijn. Maar dat liet hij nauwelijks merken. Nee, je moest vooral niet laten zien dat je een zwakke plek had.”

Cor Wijnker: “Spelers die op de grond lagen te kermen, daar had hij ook zo’n hekel aan.”

In verzorgingstehuis Magnushof wist Theo Bloothoofd het op z’n 90ste ook nog van corona te winnen. En zelfs toen hij vorige week in coma raakte, sloten zijn ZAP-kameraden niet uit dat Bloothoofd zelfs hier weer uit zou ontwaken.

Dat mocht niet zo zijn. Theo Bloothoofd bleek toch niet onverwoestbaar te zijn.

Hij heeft wel een onverwoestbare indruk achtergelaten.

Geïnteresseerd in een IM? Neem vrijblijvend contact op