Het plan is dus dat Matthijs Termeer en ik weldra (lees: wanneer dat weer kan) op de fiets door Nederland rijden en daarvan verslag doen. Waarom? Omdat het voor ons -onverbeterlijk romantische journalisten- het absolute summum is. Bovendien blijkt er behoefte te zijn aan deze verhalen. Daarom, op verzoek van diverse lezers, is hier eerst onze 7-delige reportagereis door Groningen.

In het Wassenaar van het Noorden is ook een Aldi

Vier liter water per persoon, brood en beleg, gasbranders, pannenset, bestek, tent, slaapzak en –matje, reservekleding, regenkleding, fietsreparatiedoos, verrekijker, audio- en fotoapparatuur. Zeker 35 kg per fiets. Voor ons dus geen vederlichte carbon toerfietsen, maar oerdegelijke Hollandse stalen rossen. We willen zelfvoorzienend en onafhankelijk zijn.

Sinds de studententijd ondernemen wij deze onconventionele fietstochten, die worden gekenmerkt door het opgaan in de omgeving met al onze zintuigen, ergens blijven hangen en een glimp van het leven vastleggen en wildkamperen. Campings bezoeken wij alleen als we hoognodig moeten douchen, clandestien uiteraard.

De fietsende chroniqueurs vlak voor vertrek. Foto: Kim Hombergen

Deze reis door de provincie Groningen is ook een waagstuk. De laatste gezamenlijke tocht dateert van zeven jaar geleden, toen we nog ongebonden twintigers waren. Ook bij ons heeft de volwassenheid daarna onverbiddelijk toegeslagen: er kwam een vriendin, huis, auto, geld, gemak. Lichaam en geest waren mogelijk minder flexibel geworden. En de fietsspieren ernstig verwaarloosd.

Al bij de eerste meters voelt het als vanouds: we fietsen de vrijheid tegemoet. Over het schelpenpad langs het Van Starkenborghkanaal, het is halfbewolkt, we hebben de wind in de rug: dit is leven.

In de stad Groningen kopen we een fietskaart, al is de route niet vastomlijnd. We willen ons vooral laten verrassen.

Uitzicht op een rioolwagen van SITA

Maar niet door een hongerklop, dus strijken we rond het middaguur neer op een bankje in het centrum van Haren, met de Hervormde Kerk (uit 1220) in onze rug en met uitzicht op een rioolwagen van de firma SITA en onvermijdelijke filialen van Blokker en Kruidvat. Ja, ook hier, in de derde rijkste gemeente van Nederland, het Wassenaar van het Noorden

Aanvankelijk oogsten wij nog bewondering, van een 81-jarige Harenaar die onze pakezels op wielen bestudeert. “Dat spreekt me heel erg aan.”

Maar zodra Poppe Meuken (79) zijn glimmende bolide voor het bankje parkeert krijgt hij alle aandacht. Een heuse Shoprider Deluxe, met draaibare luxe captainseat, een motorvermogen van 890 watt, topsnelheid van 15 km per uur, actieradius van 45 km en voor- en achtervering. “Kostte me € 4900,-,” zegt Meuken, tevreden lurkend aan een sjekkie.

Een oud echtpaar die achter één rollator schrijdt houdt even stil bij de Shoprider. De vrouw buigt voorover om het scootmobiel beter te kunnen zien. Met begerige ogen. “Daar zou ik ook wel in willen rijden, maar dan zou ik iedereen van zijn sokken rijden. Ik ben bijna blind.” Ze hompelen verder.

“Ah, daar is mijn vriendin,” zegt Meuken achteloos, wijzend naar een vrouw die kwiek komt aangefietst. Iemand met zo’n mobiel scoort in Haren natuurlijk vriendinnen bij de vleet. Maar het ligt genuanceerder: Meuken woont al 32 jaar samen met Sika Klemens-Hilvering (ook 79).

En ze vinden het verrukkelijk in Haren. Meuken: “Lekker rustig en mooi gelijkvloers met vrij uitzicht.”

Poppe Meuken op de captainseat, op de bank zijn vriendin Sika Klemens-Hilvering die de fietsnomade informeert. Foto: Matthijs Termeer

“Ja, het is hier heerlijk,” zegt zijn vaste vriendin. “We hebben hier geen zwervers en ook geen asociale mensen. Er wonen hier ook weinig Turken en Marokkanen. Ik was laatst bij familie in Den Haag en wilde toch eens de Schilderswijk zien,” zegt mevrouw Klemens-Hilvering. “Die arme kinderen daar hebben ook geen ruimte en groen om te spelen. In Haren is veel groen en natuur.”

'Een jas van € 1800,-'

Ze giechelt: “Er is hier ook veel geld ja. We hebben hier alleen cabriolets, scootmobiels en rollators. Het is ook altijd mijn droom geweest om een cabriolet te hebben.” Ze wijst naar de onlangs geopende modewinkel Pauw aan de overzijde van de straat. “Maar ik ben benieuwd hoe lang zij het volhouden. Ik paste daar laatst een jas, die kostte € 1800,-.”

Meuken klimt op de captainseat van zijn cabriolet en start de geruisloze motor. Zijn vriendin volgt en draait zich nog een keer om: “Geniet van je leven, je leeft maar even.”

We nemen de raad ter harte en gaan verder, nieuwe horizonten tegemoet en op zoek naar een slaapplaats buiten Haren. We kennen de APV’s aangaande landloperij van de gemeente niet, maar hebben onze vermoedens.

Als we eten inslaan bij de Aldi, de favoriete supermarkt van zwervers, komen we mevrouw Klemens-Hilvering weer tegen.


Waardeer deze tekst

Vind je bovenstaande tekst en foto's de moeite waard? Wil je meer van dit werk? Je kunt jouw waardering laten blijken met een bijdrage. Sterker: een betere brandstof kun je de fietsnomaden Matthijs en Igor niet geven.





Donatie € -